Wandelen met kinderen in Portugal: zó wordt het leuk

Heerlijk, de kinderen zijn oud genoeg om mee te gaan wandelen. Geen wandelwagen, draagzak of bolderkar meer. Eindelijk kunnen jullie écht met het hele gezin gaan wandelen. Iets leukers is er niet. Toch?

Tja, het ene kind kan zich leukers voorstellen dan wandelen. De ander heeft het na een uurtje (of eerder) wel weer gezien. Hoe wordt wandelen met kinderen leuk? Natascha Zurstrassen van Quinta Rural in Noord-Portugal geeft je 7 tips voor onvergetelijke wandelingen met het hele gezin.

1. Kinderen kunnen snel verveeld raken, zorg dus voor afwisseling

Kinderen zijn geen kilometervreters maar ontdekkingsreizigers, genietend van het buitenzijn en het wandelen in de natuur. Kies een afwisselende route waar veel te ontdekken valt. Vlinders, insecten, bloemetjes, boerderijen, verlaten dorpjes. Afwisselende ondergrond, afwisselend uitzicht, afwisselend niveau.

2. Maak tijd en ruimte om te ravotten

Zorg dat er tijd en ruimte is om te ravotten en stimuleer dit. Verzamel dennenappels voor bijvoorbeeld de barbecue later, zoek de mooiste steen om morgen thuis te beschilderen, bouw samen een dammetje etc. Als het even kan, kies dan voor een wandeling inclusief waterpret. Bij routes langs watervalletjes, beekjes of riviertjes raken kinderen (en volwassenen) helemaal niet uitgekeken.

 

3. Betrek je kind actief bij de wandeling

Zeker bij oudere kinderen: vermijd dat ze de hele tijd maar stom achter je aanhobbelen. Kies samen een route uit, overleg wanneer je gaat pauzeren en laat uiteindelijk de kinderen bepalen: als zij het naar hun zin hebben, heb jij dat ook. Geef ze een actievere rol en verantwoordelijkheid tijdens de wandeling. Laat hen bijvoorbeeld kaartlezen of voorop lopen met het kompas of GPS-apparaat.
Heb je een GPS-apparaat of smartphone met GPS? Technische gadgets doen het altijd goed bij de oudere kinderen. Zo kun je er ook voor kiezen om geocaching te doen. Dit is een soort schatzoeken op basis van GPS-coördinaten.
Neem een goede natuurgids mee en stel je kind vragen over flora & fauna en laat hem/haar spoorzoeken.

 

4. Zorg voor goed gezelschap

Vergeet even je 'volwassen zelf' en word weer even helemaal kind. Raak verwonderd, stel vragen, verzin raadsels, speel, zing, vertel verhalen… kortom, wees goed gezelschap voor je kind.
Wandelen wordt nóg leuker met andere kinderen. Ze dagen elkaar uit, motiveren elkaar, en spelen samen. Ineens hoor je niemand meer over vermoeidheid of verveling. Extra voordeel is dat ook jij als ouder het een stuk rustiger hebt. 
Wandelen met een ezel of pony is bij uitstek geschikt voor de jongere kinderen. Wandelen met een levend knuffelbeest, die ook nog bij tijd en wijle hun vermoeide beentjes kan dragen? King of the world!

 

5. Wandelen is een middel, geen doel

"Wandelen = saai". Voor de meeste kinderen heeft het woord 'wandelen' een negatieve betekenis: saai, stom, vervelend, van punt A naar punt B lopen, een repetitieve actie. Dit verandert zodra je een paar leuke, speelse en avontuurlijke tochten hebt gedaan. Tot die tijd: vermijd het W-woord. Zeg niet "We gaan 5 km wandelen", maar noem het doel. Zeg bijvoorbeeld: "we lopen naar de waterval" of "we gaan een avontuurlijke tocht langs de kloof maken" of "we lopen naar het meer en gaan daar picknicken en zwemmen". Je doel is niet de wandeling, maar dat mooie plekje.

6. Pas de duur en lengte van je tocht aan aan het niveau van het jongste kind

Doe liever een te korte wandeling dan een te lange. Vuistregel: vermenigvuldig de tijd die de wandeling normaliter zou vragen gerust met 2. Dan krijg je een heel aardige schatting hoe lang je met jonge kinderen onderweg bent.
In grote lijnen geldt dat de leeftijd van het kind het aantal kilometers bepaalt. Bijvoorbeeld: kind van 5 jaar = maximaal 5 km. Echter, hoe leuker je kind het vindt, hoe meer hij/zij aankan.
Zorg voor voldoende pauzes. Om te spelen, om te eten en drinken, om te rusten. Zoek het liefst een leuk plekje uit waar, wederom, voldoende te ontdekken valt.
Wees bij jonge kinderen bereid om er letterlijk 'je schouders onder te zetten'.

 

7. Ga goed voorbereid op pad

• Zorg voor versnaperingen en véél vocht. Zeker voor jonge kinderen is het belangrijk om niet te veel vocht te verliezen, terwijl vaak zij niet eens door hebben dat ze al dorstig zijn. Spoor ze regelmatig aan om iets te drinken.
• Maak van te voren duidelijke afspraken.  Zoals: niet van het pad afwijken. Of: vooruitlopen mag, maar bij de beek op elkaar wachten. Of: op moeilijke stukken bij elkaar blijven om elkaar te helpen.
• Zorg dat je kind op stevige, ingelopen, goede wandelschoenen rondstapt.
• Het is sowieso handig om altijd een EHBO-setje bij je te dragen, maar met speelgrage kinderen erbij zul je merken dat je de pleisters en zalfjes veel vaker nodig hebt.
• Bestudeer de route van te voren, zorg dat je de kaart bij je draagt en je het telefoonnummer bij je hebt van de accommodatie waar jullie overnachten. Zo is een helpende hand nooit ver weg.

 

Meer tips voor kindvriendelijke vakantie in Portugal

← Alle artikelen binnen het thema kindvriendelijke vakanties in Portugal
← Alle artikelen binnen het thema wandelen in Portugal

Handig artikel? Deel het op Facebook! Dank je wel :-)