Wandeltips Portugal

Wandelen in Portugal, het land van de fado

Portugal is een heerlijk wandelland, het hoort tot de mooiste wandelgebieden van Europa. In de bergen en langs de kust kan de liefhebber van ruige natuur zijn hart ophalen.

In Portugal kun je in alle seizoenen prima wandelen. Maar voor twee wel heel bijzondere gebieden in het binnenland, Trás os Montes en de Alentejo, geldt dat niet. Die kun je in de zomer beter mijden. Voorjaar en herfst zijn voor die streken de beste tijden. Laten we met die warme gebieden beginnen. Het zijn volgens ons de meest authentieke streken van Portugal. Daar valt nog veel te ontdekken.

Wandelen in herfst en lente

Trás os Montes
'Over de bergen', de letterlijke vertaling van Trás os Montes, is het dunbevolkte gebied in het noordoosten van Portugal. Het heeft een natuurpark met de meeste Iberische wolven in Portugal. Je loopt er afwisselend door ruige natuur en intiem akkerland.

Wandelen in intiem akkerland - Trás os Montes.

Het mooist is Parque Natural de Montesinho in de herfst, wanneer de eikenbossen en kastanjegaarden geelrood kleuren.

Alentejo
Deze streek in het zuiden van Portugal, tussen de Taag en de Algarve, kent vele gezichten. In het noordoosten verheffen zich boven de kurkeiken van het glooiende land, de bergen van Serra de São Mamede. Op een van de hoogste toppen ligt het vestingstadje Marvão, vanwaar je een fenomenaal uitzicht hebt op het omringende land. Ooit was dit een van de armste streken van Portugal waar de smokkel met Spanje welig tierde. Nu is het prachtig wandelen over de oude smokkelpaden.

In het zuiden van de Alentejo langs de rivier de Guadiana, in Parque Natural do Vale do Guadiana, loop je tussen steeneiken en olijfbomen. Aan de rand van het natuurpark staat de pyrietmijn van São Domingos romantisch te verkommeren. Een paradijs voor wie oog heeft voor de schoonheid van het verval.

Wandelen in alle seizoenen

De kust

Algarve: wandelen langs de zuidwest kust

De zuidwest kust
Zelfs hartje zomer is het langs de kust prima wandelen. Vrijwel altijd waait daar een koel windje.

Witte stranden liggen verscholen tussen de ruige kliffen. In baaien en inhammen manoeuvreren vissers hun felgekleurde bootjes door de branding. De absolute topper is Parque Natural do Sudoeste Alentejana e Costa Vicentina, een smal en lang natuurpark in het uiterste zuidwesten van Portugal.

De bergen

Serra da Estrela
In de Serra da Estrela staat de hoogste berg, de Torre van bijna 2000 meter. De top is het enige stukje winterlandschap dat het verlangen van de Portugezen naar sneeuw en ijs kan stillen. Het is daar prachtig wandelen. Dat kan ook in andere bergstreken zoals:

Natuuurparken Portugal
1. Peneda-Gerês
2. Montesinho
3. Serra da Estrela
4. Serra de São Mamede
5. Vale do Guadiana
6. Sudoeste Alentejano
    e Costa Vicentina
7. Serra da Sintra
 

Serra da Sintra
Op deze granieten bergrug, zo'n 20 kilometer van Lissabon, staat het Palácio da Pena, het 19e-eeuwse sprookjespaleis van koning Fernando II, omgeven door een exotisch park. Het is het hoogtepunt van werelderfgoed Sintra. Daar zo dicht bij de wolken, wandel je door vijverdalen met reuzenlevensbomen en metershoge boomvarens. Het uitzicht is schitterend. Een groot deel van wat je vanaf te top om je heen ziet is uitgeroepen tot natuurpark.

Natuurpark Peneda-Gerês
Parque Nacional da Peneda-Gerês is het oudste natuurpark van Portugal. Net als in de meeste andere Portugese natuurparken vind je er niet alleen ruige natuur, maar gaat het boerenleven gewoon door. Een dorpje is nooit ver weg en lopen doe je afwisselend door ruige natuur en kleinschalig akkerland.

Je wandelt er over hellingen bezaaid met grote rotsblokken, waartussen koeien met reusachtige hoorns grazen. Hoog in de bergen komt de wandelaar door nederzettingen met iglo-achtige stenen hutten. Hier overnachtten vroeger de herders. In het voetspoor van de herders loop je van deze zomerdorpen naar winterdorpen beneden in het dal.

← Alle artikelen binnen het thema wandelen in Portugal

Handig artikel? Deel het op Facebook! Dank je wel :-)